Daar lig ik dan, met niet één maar twee baby’s in mijn armen. Negen maanden bereid je je voor op dit moment, maar als ze dan ook werkelijk in je armen liggen kan ik het eigenlijk niet bevatten. Nadat de kinderarts de dames heeft bekeken en goedgekeurd, mogen ze mee naar de kraamafdeling. Ik word in een bed daadkrachtig door de verpleegster naar de kamer geduwd en Maarten loopt met twee wiegjes achter ons aan.

Eenmaal geïnstalleerd in de kraamkamer hebben we even een momentje samen. Het valt ons op dat Saar wit is en Suus rood. De verpleegkundige legt ons uit dat het komt omdat Suus teveel bloed heeft ontvangen en Saar te weinig, waardoor het kleur verschil ontstaat. We wisten toen nog niet dat dit het begin was van een van de zwaarste perioden in ons leven.

Het gaat niet goed met Suus

Waar Saar het eigenlijk  super goed doet, gaat Suus steeds verder achteruit. Suus wordt steeds slapper, wil niet meer drinken en gaat met het uur achteruit. Haar lever heeft het zwaar om de grote hoeveelheid Bilirubine af te breken. We proberen van alles. Vaker aanleggen, wakker maken voor de voeding maar er is geen houden meer aan. Op dag drie (als mijn man al is vertrokken en ik alleen in het ziekenhuis ben), beslist de kinderarts dat Suus naar de afdeling Neonatologie moet. Omdat Saar het zo goed doet en geen zorg meer nodig heeft, besluiten ze de tweeling te scheiden. Saar blijft op de kraamafdeling en Suus gaat naar de afdeling Neonatologie.

De scheiding van Saar en Suus

Het moment dat ze Suus komen halen is voor mij een moment dat ik nooit meer zal vergeten. Ik wist dat Suus extra zorg nodig had, maar de drang om ze bij elkaar te houden was zo sterk dat ik totaal de kluts kwijtraakte. Ik was inmiddels allang van mijn roze wolk af, maar dat je nog verder kon afzakken wist ik niet.

De verpleegster vroeg nog of ik mee wilde naar de andere afdeling, maar ik kon het gewoon niet. Ik schudde mijn hoofd en antwoorde dat ik het niet kon. Ik haalde Saar uit haar bedje, legde haar dicht tegen mij aan. Ik draaide mijn rug naar de deur, zodat ik niet hoefde te zien dat ze haar meenamen.

Hildegard: mijn reddende engel

Huilen was het enige wat ik nog kon. Apathisch zat ik op bed met Saar vastgeklemd in mijn armen. Ik kon niks meer. Het leek alsof ik vanaf een afstand naar mijzelf stond te kijken en niet in staat was om in te grijpen. Tot het moment dat er een donkere vrouw met een enorme boezem mijn kamer inkwam, heb ik op het bed gezeten en weigerde ik er vanaf te komen. Ze stelde zichzelf voor. Hildegard was haar naam, zachtjes legde ze haar arm om mijn schouder en vroeg wat er was. Toen ik haar stamelend vertelde dat ze mijn kind hadden meegenomen, kwam ze voor mij staan en keek mij recht aan. Ze zei: Suus heeft jouw nodig, je mag nu niet opgeven. En met deze hele simpele woorden zette ze mij weer met twee benen op de grond. De mist trok op, ik was er weer!

Terug naar Suus

Samen met Hildegard maakten we Saar klaar voor haar eerste wandeling. En dit keer niet om trots ons eindproduct te showen. Nee, ik had maar een doel. Saar moest terug naar Suus.

Eenmaal op de afdeling neonatologie brengen ze mij naar Suus. Ze ligt bloot onder een enorme batterij lampen die ervoor moeten zorgen dat haar lever versneld de Bilirubine afbreekt. Omdat ze onder de lampen ligt, moeten haar oogjes afgedekt worden. Op haar voetjes zitten pleisters vanwege het vele bloedprikken. Het is niet fraai hoe ze erbij ligt. Het is alsof de grond onder mijn voeten wegzakt. En het ergste is, dat ik niks kan doen. Ze is nu in handen van de kinderartsen. Onder voorbehoud dat Suus voor en na elke voeding gewogen mag worden, mag ik onder protest borstvoeding blijven geven. Niet op verzoek, nee ik mag om de drie uur haar bezoeken samen met Saar. Ik zal het er mee moeten doen. Het is dit en anders niet.

De dagen erna loop ik om de twee uur met mijn doorzichtige accubak op en neer tussen de kraamafdeling en de neonatologie om Suus samen met Saar te kunnen voeden. Langzaam verandert Suus van een slappe baby in een krijsende dame. Als de liftdeuren op de negende verdieping open gaan, hoor ik haar meteen. Nooit gedacht dat ik blij zou zijn met haar krachtige gekrijs………….Na vijf dagen komt het verlossende woord van de kinderarts. Suus mag naar huis!

Naar huis!

Volledig afgemat vanwege het slaapgebrek en de zorgen van de afgelopen dagen, kom ik dan eindelijk weer thuis. Het huis is versierd en de beschuit met muisjes staan klaar. Eenmaal in bed hoor ik de kraamhulp binnen komen. Het is altijd even afwachten wie er dan je slaapkamer binnen loopt. Ik zie een kordate dame met een knot. Het prototype kraamhulp die weet van aanpakken. Ze heet Gemma en verdient een lintje.

Aangezien Saar en Suus nummer vijf en zes zijn, hoef je mij niet meer uit te leggen waar je op moeten letten in de kraamperiode. Ik weet dat je met de kraamvisite behoorlijk op je strepen moet staan. Dat de eerste regeldag komt, wanneer de kraamhulp net de deur uit is. Ik schrik er niet meer van dat de kraamhulp en verloskundige openlijk praten over de ravage in je onderbroek, en dat je nog stolsels kan verliezen die zo groot zijn dat je ze met twee handen uit het doucheputje moet scheppen. Maarten die standaard na elke bevalling wegens slaapgebrek wederom in de winkel staat zonder portemonnee. Het is voor ons normaal. Een gezin zoals dat van ons heeft een daadkrachtige kraamhulp nodig die het huis van boven naar beneden naar chloor laat ruiken. Er voor zorgt dat moeder in bed ligt en, in mijn geval, daar ook in blijft liggen.

Onze kraamhulp zorgt ervoor dat ik langzaam opkrabbel. Ik praat met haar over de periode in het ziekenhuis en lepel ondertussen mijn zoveelste fruitsalade weg. Ondertussen wast en strijkt ze de bergen was die een negenkoppig gezin produceert en laat Maarten iedere avond achter met een schoon huis en twee kilo geschilde aardappelen.

Hallo roze wolk!

De nachten, als iedereen is opgehoepeld en op een oor ligt, zijn voor ons een verademing. Routinematig doen we samen de voedingen en verschoningen. Ik verschoon baby 1 en koppel aan. Maarten verschoont baby 2 en wisselt deze om voor baby 1. Alsof we nooit anders hebben gedaan.

Maarten en ik lijken nog dichter naar elkaar te zijn toegegroeid door de hectiek van de afgelopen periode. Na acht intense dagen zwaaien we samen de  kraamhulp uit. Het voelt goed. Ik voel mij opgeladen en sterk. Ik kan de wereld weer aan. Hallo roze wolk…….

Heb je het filmpje al gezien?

Lees ook mijn andere artikelen:

Annemarie

Annemarie Geerts 41 jaar. Zeven kinderen….

‘Ja, wij hebben zeven kinderen! En ja, daar hebben wij bewust voor gekozen!’ Als moeder van een groot gezin, ben ik altijd bezig met het beantwoorden van de meest idioten vragen. Ja, allemaal van dezelfde man. Nee, het is nu nog niet klaar. Nee, we zijn niet gelovig. En nee het is inderdaad niet van deze tijd, ik weet het.

Waar de ene moeder haar handen al vol heeft aan één kind, kan het gezin voor mij niet groot genoeg zijn. Ik geef je graag een kijkje in mijn leven. Ik heb voor ieder wat wils. Van een irritante puber tot een schattige baby van 10 maanden. Ik heb het allemaal!

Volg mij ook op instagram.com/prinsessenspul of op  youtube.com/user/prinsessenspul