Stampvoeten, nee roepen, enorme boosheid om… Om niets. Op de grond liggen in de supermarkt. “Zelluv doen”, grote dikke tranen wanneer je JOUW telefoon (weer) afpakt. Je lieve schattige kindje lijkt soms te veranderen in een schreeuwend monster. Welkom in de peuterpubertijd! Al eerder kon je lezen dat je peuter nu zijn eigen identiteit ontwikkelt, het zijn grenzen leert kennen (lees: test). We geven je graag nog een paar tips om deze tijd met je peuter goed door te komen.
Wat kun je doen in de peuterpubertijd?
Negeer
Negatieve aandacht (straffen, boos worden) is namelijk ook aandacht. Koop oordoppen of verzin iets anders en negeer het gedrag. Altijd straffen werkt namelijk averechts. Wanneer ze zien dat hun gedrag geen effect heeft, zullen ze sneller stoppen.
Geef een keuze
Iedere ochtend ruzie met je dochter over de kleding? Of iedere avond over het eten? Geef je peuter geen kans om nee te zeggen maar geef een keuze. Wil je Jurk A of B aan? Wil je nog een hap broccoli of aardappels. Zo geef je ze het idee dat ze de gewenste controle hebben.
Erken de gevoelens
Dit werkt precies hetzelfde als bij volwassenen. Benoem de gevoelens en diegene wordt al rustiger. Bijvoorbeeld: ik zie dat je boos of verdrietig bent.
Afleiden
Is je peuter volledig overstuur? Grote kans dat troosten of boos worden geen zin heeft. Probeer af te leiden. “Hé kijk, zie je dat konijntje in de tuin? Goed kijken!”
Experimenteren
Laat je peuter zelf dingen uitvinden en ondervinden. Laat hem dingen zelf doen. Ook al kost dat meer tijd. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het aankleden. Of wil je peuter echt geen muts op, dan niet! Hij zal het koud krijgen en vanzelf de muts aantrekken.
Activeer het zelf nadenken
Dit heeft natuurlijk nog niet zo veel zin wanneer je peuter al begint met zo’n 1,5 jaar oud. Maar wanneer het tussen de 3 en 4 jaar is kun je hier prima mee starten. Wanneer er gevraagd wordt hoe iets moet of waar iets ligt: antwoorden met “Wat denk jij?”
