Het openluchtmuseum in Arnhem is de ideale manier om het verleden zelf, in het nu te ervaren. Geen plaatjes in geschiedenisboeken, maar echte straten en huizen, boerderijen en velden, klanken, geuren en verhalen van bewogen mensen. We kijken in de watermolen, en krijgen natte voeten in de wasserij.  Een theatergroep voert een leuk kort toneelstukje op van Annie M.G. Schmidt in de tuin onder de hooiberg, de kinderen zingen uitbundig mee.

Er zijn geiten en varkens die zich geduldig laten betasten en we kopen stroopsoldaatjes en ijs in de bakkerij. We stappen op de rondrijdende trams met knorrige conducteurs ver boven de pensioen gerechtigde leeftijd en spelen met water in het kindererf. Alle boerderijen hebben we van binnen bezocht, en genoten van de geur van vers gezette koffie op petroleum stellen.

Deksel op je neus

Naast één van de te bezichtigen boerderijen stond op een bordje uitnodigend: “In het koude Nederland ruikt alleen de keuken nog naar thuis”. Nieuwsgierig naar het achterliggende verhaal betreden we de keuken. Maar in plaats van een mooi verhaal over de typisch Molukse geur treffen we een norse kok die het bewind voert over “zijn” Molukse keuken en geïrriteerd mijn man afblaft omdat hij een vinger uitsteekt naar “zijn” pan. Beteuterd verlaten we de rijkelijk geurende boerderij. Wat zou er toch in die pan hebben gezeten?

Een feest van herkenning

Aan het eind van de dag belanden we bij het Tilburgse arbeidershuisje uit de jaren 70. Ik ben inmiddels ouder dan veertig dus toen ik door dat huisje heen wandelde, kwam ik tot de ontdekking dat de oranje spullen uit mijn jeugd daar gewoon zijn tentoongesteld als geschiedenismateriaal. De hal is betimmerd met bruine schrootjes en een vloer van stoffige rieten vloertegels. De overgebleven betonblokken uit de tuin doen dienst als boekenkast. In de keuken staan Brabantia bewaarblikken, broodtrommels en fonduestellen voorzien van een prachtige oranje kleur met een bonte bloemenprint. Hangplanten voor het raam in gemacrameede hangplanthouders.

Ik zie mijn vader en moeder nog zitten, knus op hun ribfluweel beklede bank en rotan stoel. Beide kettingrokend voor de zachtjes sneeuwende zwart-wit-tv. Op de wanden dat handige kurk waarop je zo gemakkelijk je zelfgemaakte “visnetten” kon vastprikken.

Mijn herinneringen tot geschiedenis gebombardeerd.

Mijn ouders waren rechts, een beetje ongeremd. We vierden alle verjaardagen met veel roken en drinken. Er stond een glaasje met sigaretten op tafel. Mijn moeder maakte huzarensalade met als garnering, gevulde eieren en blokjes kaas met een zilveruitje of een augurk op een prikkertje. In mijn herinnering  speelden we altijd op straat. Behalve op woensdagmiddag. Om vier uur stopte alles en gingen we naar huis, Tv kijken. Tot mijn moeder haar maaltijd kookte in haar Römertopf. Een aardewerken sta in de weg die eerst 24 uur in het water moest staan om überhaupt te kunnen worden gebruikt.

Al die herinneringen doen mij op slag de narcistische kok en dementerende conducteurs vergeten. Zonder dat ik het in de gaten had, zijn mijn herinneringen officieel tot geschiedenis gebombardeerd! En ik ben nog niet eens dood. Hoe bijzonder is dat!

Wil je zien hoe onze kinderen het vonden in het Openluchtmuseum?

Lees ook mijn andere artikelen:

Annemarie

Annemarie Geerts 41 jaar. Zeven kinderen….

‘Ja, wij hebben zeven kinderen! En ja, daar hebben wij bewust voor gekozen!’ Als moeder van een groot gezin, ben ik altijd bezig met het beantwoorden van de meest idioten vragen. Ja, allemaal van dezelfde man. Nee, het is nu nog niet klaar. Nee, we zijn niet gelovig. En nee het is inderdaad niet van deze tijd, ik weet het.

Waar de ene moeder haar handen al vol heeft aan één kind, kan het gezin voor mij niet groot genoeg zijn. Ik geef je graag een kijkje in mijn leven. Ik heb voor ieder wat wils. Van een irritante puber tot een schattige baby van 10 maanden. Ik heb het allemaal!

Volg mij ook op instagram.com/prinsessenspul of op  youtube.com/user/prinsessenspul