Wanneer ouders over een tweede kind nadenken (of misschien al wel zwanger zijn van nummer twee), komt vaak de vraag boven wat het verschil is. En dan met name of het veel meer werk is met zo’n tweede. Natuurlijk is het meer werk: dat is een simpel rekensommetje. Maar hoeveel, dat verschilt want ieder kind is anders. Een paar dingen gelden altijd wel. Het antwoord is overigens niet wetenschappelijk onderbouwd maar puur gebaseerd op mijn eigen ervaring en die van vrienden.

Wat is het verschil tussen het hebben van één of twee kinderen?

Onzekerheid: poef weg!

Je bent bij nummer twee niet meer zo onzeker. Yes! Je weet dat je pasgeboren baby niet breekt wanneer je zo’n super handige romper met lange mouwen (not) probeert aan te krijgen. Je weet dat ze niet doodgaat wanneer ze even huilt omdat jij er naar haar idee net iets te lang over doet voordat de fles klaar is. Je gaat niet meer weken ’s nachts de kamer in om te luisteren of ze nog leeft. Nee, dan alleen nog om gelukzalig naar je nieuwe aanwinst te kijken. Je kunt dus meer genieten, bent minder angstig. Een beetje het “Been there, done that” principe!

Wanneer ik de eerste baby bij opa en oma achterliet had ik een waslijst opgeschreven met schema’s, tips en belde ik daarna nog een paar keer omdat ik iets (totaal onbelangrijks) vergeten was. De oma’s keken wel een beetje meewarig, maar zeiden niets. De lieverds! Nummer twee zette ik af, gaf ik een kus en reed lachend weer weg. Het volste vertrouwen dat het helemaal goed ging. Want zo’n baby is gewoon hartstikke sterk. Alleen dat moet je dus helaas zelf leren door het te ervaren. Je kunt dit nu lezen wanneer je de eerste net hebt, maar je hebt daarna nog niet het vertrouwen dat het ook bij jouw baby zo is. Jammer is dat, want het is zo veel relaxter.

Uitstapjes vereisen iets meer voorbereiding

Kon je de eerste nog overal makkelijk en redelijk snel ergens mee naartoe nemen. Bijvoorbeeld even lunchen, de kleine ligt dan mooi in de kinderwagen te snurken. Bij nummer twee vereist dat iets meer nadenken. Want nummer 1 wil tegen die tijd niet meer even rustig blijven liggen of zitten. Die wil ontdekken! En wanneer het lopen begint, het liefst overal heen waggelen. En gelijk hebben ze. Dat wil dus niet zeggen dat je niets meer kunt doen. Want waar een wil is, is een weg. Je kunt beter alleen even nadenken over mee te nemen entertainment of over de kindvriendelijkheid van de locatie.

Onvoorwaardelijke vriendschap

Uren kan ik kijken naar de interactie tussen twee kinderen. Vol verbazing en liefde (of uit pure wanhoop omdat ze elkaar in de haren vliegen). Zo lief, wanneer ze hand in hand over straat lopen. Dat ze met elkaar spelen en van elkaar leren. Niets mooiers dan de schattige gesprekken tussen twee kleine kinderen. Zeker wanneer ze denken dat ze alleen zijn. Of wanneer ze samen met playmobiel spelen en je je eigen zinnen terughoort. En ja, natuurlijk hebben ze ook weleens ruzie, dat hoort erbij. Soms is het “Niet met, maar ook niet zonder elkaar” Maar dat weegt niet op tegen de uren speelplezier en onvoorwaardelijke vriendschap die ze hebben. Bijkomend voordeel: ze hebben dan een speelkameraadje wanneer ze groter zijn. Dat betekent dat jezelf ook weer iets meer je handen vrij hebt.

Mijn conclusie: Twee kinderen, doen als het kan!

Cato

Lees ook mijn andere artikelen:

Mam, wat gaan we eten?

Het leed dan woensdagmiddag heet