Met een CTG wordt de hartslag van je baby gemeten tijdens je zwangerschap of bevalling. Dit gebeurt overigens niet bij iedereen. Wat het is, wanneer het wel gebeurt en hoe het werkt lees je hier.
CTG: wat is het precies?
Een Cardiotocogram (CTG) is een 30 minuten durend hartfilmpje van je baby waarbij de hartslag van je baby wordt gemeten en tegelijkertijd de mogelijke activiteit van de baarmoeder (samentrekken). De informatie over de hartslag en de baarmoederactiviteit geeft een beeld hoe het met de conditie van je baby is. Een CTG wordt in de laatste maanden van je zwangerschap gemaakt, wanneer daar een aanleiding voor is. Dit gebeurt dus niet bij iedereen.
CTG: hoe werkt het precies?
Een CTG wordt in het ziekenhuis gemaakt. Wanneer je de CTG tijdens je zwangerschap krijgt, gebeurt dit meestal uitwendig. Je ligt meestal op een bed en je krijgt 2 elastische banden op je buik met twee sensoren. De ene meet de hartslag en de ander de eventuele weeën activiteit. Het doet absoluut geen pijn en is gelukkig ook niet schadelijk voor je baby. De uitslag is direct zichtbaar op de monitor. Je kunt dit dus gewoon ook zelf volgen.
Het onderzoek wordt uitgevoerd in opdracht van de gynaecoloog door een gespecialiseerd verpleegkundige. Zij blijft erbij of ze geeft je instructies wat er gebeurt wanneer er veranderingen waarneembaar zijn.
En wel zo fijn, je partner mag er gewoon bij blijven.
CTG tijdens de bevalling.
Wanneer je vliezen nog niet gebroken zijn, krijg je een uitwendige CTG zoals hierboven is beschreven. Zijn je vliezen inmiddels gebroken, dan krijg je een inwendige CTG. Je baby krijgt dan een elektrode op het hoofdje of op het stuitje, dat is afhankelijk van de ligging van je kindje. Ook bij jou wordt een elektrode geplaatst in de baarmoeder om je weeën activiteit goed in de gaten te kunnen houden. Waarom gebeurt dit allemaal inwendig? Omdat de inwendige CTG iets nauwkeuriger is dan de uitwendige.
Wanneer krijg je een CTG?
Tijdens de zwangerschap krijg je niet zo maar een CTG. Dit is een extra onderzoek wanneer een verloskundige of gynaecoloog meer wil weten over de gezondheid van je baby. Dit kan bijvoorbeeld zijn wanneer:
- je zwanger bent van een meerling
- je overtijd bent
- je zwangerschapsvergiftiging hebt
- je zwangerschapsdiabetes hebt
- je te weinig vruchtwater hebt
- je baby in een stuitligging ligt
- je minder activiteit voelt van je baby
- mogelijke problemen met de placenta
- je een hoge bloeddruk hebt
- je baby kleiner is dan gemiddeld
- je bloedverlies hebt
- er kans is op een vroeggeboorte
- vroegtijdig vruchtwaterverlies
- problemen bij een eerdere zwangerschap
De hartslag van je baby
Tijdens de CTG wordt dus de hartslag van je baby gemeten. Je weet misschien al wel dat de hartslag van je baby veel sneller gaat dan bij ons. Dit kan variëren van 110 tot wel 160 slagen per minuut. Wat wel handig is om te weten is dat het normaal is dat de hartslag van je baby niet constant is. Deze gaat best flink op en neer. De hartslag van je baby gaat namelijk omhoog wanneer je baby beweegt. Eigenlijk net zoals bij ons wanneer wij ons inspannen.
Tijdens de bevalling gaat de hartslag van je baby tijdens een wee omlaag. Normaal gesproken herstelt de hartslag zich na een wee snel weer naar het normale niveau. Wanneer dit niet zo is of de hartslag gaat langere tijd te snel of te langzaam, zal de gynaecoloog besluiten om het kindje sneller geboren te laten worden door het gebruik van een vacuümpomp of een keizersnede.