“Heb je niet gewoon in je broek geplast?”
“Nee natuurlijk niet. Waarom zou ik?? Hij komt, NU!”, riep ik geïrriteerd en al googelend op “vliezen gebroken wat nu?!” naar boven. “Maar misschien duurt het nog een paar dagen? Hij kan niet nu al komen, hij is drie weken te vroeg!” riep mijn vriend hoopvol terug.

Hij stond op zolder zijn skispullen bij elkaar te zoeken voor een skitrip van een weekje. Riskant, vonden vrienden. Moet makkelijk kunnen, dachten wij. Wisten wij veel?!

We gingen lachend, de autostoel bedekt met de doorlekmatrasjes uit het kraampakket (“want we willen niet dat de auto gaat meuren”),  op weg naar het ziekenhuis. Weg afgezet: kwartier omrijden. “Haha, zul je zien, hebben wij weer!”

Ik was niet bang voor de bevalling.

Die baby moest eruit en dat zou hoe dan ook gebeuren. Dat zou waarschijnlijk een beetje pijn doen. Ik had een geboorteplan gemaakt. Daar stond iets in als: zo natuurlijk mogelijk, niet teveel mensen erbij, geen poespas, geen verdoving/pijnbestrijding, voor de sfeer een kaarsje erbij en mijn Spotify “chill-lijst” aan. Ik had een mooie blouse gekocht die de boel net genoeg bedekte –“ik ga daar toch niet naakt liggen?!”- en ook nog leuk stond. Ik had voor twee weken vóór de uitgerekende datum nog een afspraak bij de wax-wizard zodat ik er netjes bij zou liggen. Ik was echt goed voorbereid!

Ik zal je de details besparen, maar het was niets van dat alles.

Katheters, infusen, wee-opwekkers/versterkers, benen in de beugels, in mijn oude t-shirt, alle co-assistenten uit het hele ziekenhuis die ook ‘gezellig’ aan mijn bed stonden -turend naar mijn niet ge-wizzarde benedenboel-, ik gillend als zo’n chick van TLC programma’s die ik altijd zo overdreven vond, met snoeren op mijn buik en op het hoofd van mijn kind en uiteindelijk met een hoop getrek aan een tang op zijn tere bolletje werd mijn zoontje geboren. Ik had me nooit een voorstelling kunnen maken van de pijn die ik in die uren heb gevoeld. Daar had ik me niet op kunnen voorbereiden.

Ik vond het zó heftig.

Voor mijn zoontje vooral. Wat een hel moet het voor hém geweest zijn. Dus nadat ik had gedubbelchecked of ik niet tijdens al dat gepers iets anders dan mijn kind eruit had geperst (“nee hoor”), begon ik met mijn 1.000 excuses. Sorry lieve zoon dat het zo moeilijk ging! Sorry verpleegster dat ik zo aan het gillen was. Sorry hoor gynaecologe, dat je crocs volliepen met mijn vruchtwater.

Nu, achteraf weet ik dat het allemaal nog ontzettend meeviel, mijn bevalling.

Het kan zoveel erger. De verhalen van anderen hoorde ik pas achteraf. En misschien is het maar goed dat ik niet beter wist. Want je écht voorbereiden op een bevalling, kan volgens mij toch niet. Maar ik denk niet dat ik bij de tweede bevalling nog zo zorgeloos in de auto zal stappen, met een nieuwe pyjama, geurkaarsjes en achtergrondmuziekjes.

Het enige waar ik dan wél zeker van kan zijn is: “die baby moet eruit, en dat gaat hoe dan ook gebeuren. Dat gaat waarschijnlijk verschrikkelijk veel pijn doen, maar dat gaat ook weer over”. En wat je ervoor terug krijgt, is het dubbel en dwars waard. Maar mocht de wetenschap binnenkort zover zijn dat mijn vriend ons kind kan baren in plaats van ikzelf, dan ga ik in de rij liggen om ons daarvoor aan te melden. En dan plan ik voor mezelf rustig een vakantie, drie weken voor due date. 😉

Door: Marjolijn

Lees ook andere ervaringsverhalen over de bevalling:

De bevalling van Sophie

Knak; de start van mijn bevalling