Het inbakeren kan helpen om je baby rustiger te krijgen of beter te laten slapen. Sommige baby’s zijn super onrustig en bewegen hun armpjes en beentjes alle kanten op. De bewegingen houden je baby dan misschien wel wakker. Het kan dan helpen om je baby in speciale doeken in te wikkelen, zodat de bewegingsvrijheid beperkt wordt. Dit noemen we inbakeren. Het is een tijdelijke oplossing omdat je dit enkel in de eerste maanden kan toepassen. Je baby voelt zich geborgen, net als in de buik. Het inbakeren moet overigens wel op een juiste manier gebeuren, anders kan het gevaarlijk zijn voor je baby. Overleg altijd eerst met een expert of inbakeren bij jouw baby ook geadviseerd wordt. Denk aan een huisarts, kraamzorg of het consultatiebureau.
Inbakeren baby: vanaf wanneer?
In de eerste weken na de geboorte is het de bedoeling dat jij en je baby elkaar goed leren kennen. Je baby moet zich kunnen uiten en duidelijk maken wat hij of zij wil. De huiltjes, de bewegingen zijn hierbij belangrijk, aangezien je baby nog niet kan praten. Lichamelijk contact is in deze weken ook erg belangrijk. Het wordt daarom aanbevolen om pas met inbakeren te starten na 3 weken en niet later dan 4 maanden.
Baby inbakeren: tot wanneer?
Het advies is om tot circa 4 maanden je baby in te bakeren. Het kan dan starten met omrollen en dat levert gevaarlijke situaties op. Je baby kan bijvoorbeeld niet meer terugrollen. Het moet in ieder geval afgebouwd zijn bij 6 maanden. Draait jouw baby al eerder? Stop dan ook direct eerder met inbakeren.
Inbakeren baby: wanneer mag dit niet?
Alleen een baby in goede conditie mag ingebakerd worden. Is je baby bijvoorbeeld ziek, spuugt het vaak, heeft het koorts of bijvoorbeeld last van de heupjes, scoliose of last van de luchtwegen? Dan mag het niet ingebakerd worden. Ook de dag en nacht na een vaccinatie mag je niet inbakeren omdat je baby dan koorts kan krijgen. Twijfel je? Neem dan altijd contact op met je huisarts of consultatiebureau om je vraag te checken.
Het Nederlands Centrum Jeugdgezondheid heeft een aantal richtlijnen:
- Overleg altijd met een deskundige of inbakeren bij jouw baby mag
- Laat je goed informeren hoe het inbakeren moet
Het effect van inbakeren:
Na 3 tot 6 dagen zou je effect van inbakeren moeten merken. Merk je geen afname of zelfs een toename van het huilen? Stop dan direct met inbakeren. Richt je op het inbrengen van regelmaat en overleg eventueel met een deskundige wat je zou kunnen doen. Het advies is om zeker 6 weken te blijven inbakeren zodat je baby het nieuwe gedrag eigen maakt. Dan is het ook gewend aan deze regelmaat.
Waarop letten bij het inbakeren:
- Baker niet te strak in
- Gebruik speciale inbakerdoeken (dunne doeken van katoen of bamboe, hydrofiele luiers)
- Gebruik geen handdoeken, dekens of beddenlakens
- Leg je baby niet ingebakerd op de buik
- De beentjes moeten niet te strak ingebakerd zijn, de beentjes moeten gestrekt kunnen worden en in opgetrokken toestand gespreid kunnen worden (de kikkerpositie)
- Baker niet in de kraamtijd in
- Zorg dat het hoofdje altijd vrij is
- Zorg dat je baby het niet te warm heeft, kleed het niet te warm aan
- Baker niet in wanneer het super onrustig is, een huilbui heeft. De temperatuur loopt dan op
- Gebruik geen dekbed naast het inbakeren
- Let op de temperatuur van je baby
Hoe baker je veilig in?
Wij adviseren je dit echt uit te laten leggen door een expert. Heb je dit gedaan? En wil je dit teruglezen? Dan volgt hier een stappenplan:
1. Leg de doek op een platte ondergrond in een ruit en vouw de bovenste hoek ongeveer 15 centimeter naar beneden zodat je aan de bovenkant een rechte lijn krijgt
2. Leg je baby op de rug op het doek, met het hoofdje boven de rechte lijn. Zover dat het doek tot de schouders komt
3. Leg het linker armpje van de baby naast het lichaampje. Trek de hoek van de doek die direct naast het linker armpje ligt, strak over de linkerarm en rompje, schuin onder de kin en stop het puntje onder het ruggetje aan de rechterkant van de baby. De armpjes mogen best strak ingepakt zijn.
4. Leg vervolgens het rechter armpje langs het lichaampje. Trek de hoek van de doek aan de rechterzijde over het armpje en rompje en stop de doek onder de linkerkant van de baby
5. Het kan zijn dat je baby liever met 1 armpje los of omhoog slaapt, dat is ook prima natuurlijk
6. Draai of vouw de onderkant van de doek en stop het losjes aan de achterzijde van je baby
7. Zorg ervoor dat beide beentjes ruimte hebben om in en uit te trekken, dat de heupjes kunnen bewegen en dat de beentjes kunnen worden gespreid
Hoe bouw je het inbakeren af?
Veel ouders vervangen het inbakeren door een slaapzak of door het strak instoppen met een laken van je baby. Let bij de aanschaf van een slaapzak op dat deze niet te groot is. Het hoofdje kan er dan inzakken. Start met het vervangen van 1 slaapmoment. Het beste kun je kiezen voor het slaapje waar je baby het beste/ rustigste slaapt. Houdt het ritueel voor het slapen gaan verder hetzelfde. Bouw het aantal slaapmomenten zonder inbakeren uit. Meestal duurt dit een week. Baker nooit losser in, als een vorm van afbouwen. Dit is gevaarlijk.
Een paar kanttekeningen bij het inbakeren:
- Het inbakeren is een hulpmiddel en is soms geen oplossing voor het onderliggende probleem. Heeft je baby bijvoorbeeld last van het verteren van voedsel na een voeding en huilt het juist daarom? Zorg dat je dit, eventueel samen met een deskundige, goed in kaart brengt
- Uit onderzoek is gebleken dat baby’s die veel huilen, rustiger worden van het bieden van Rust en Regelmaat
- Stevig instoppen is minder risicovol en kan hetzelfde effect hebben op het huil en slaapgedrag