Er zijn van die dingen waar je nog nooit van gehoord had, voordat je zwanger was. Of in ieder geval niet beseft wat het is, totdat je er zelf mee in aanraking komt. We starten met de eerste 5 woorden.
Strippen
Strippen, in een bar of thuis? Daar ben je misschien niet echt voor in de mood wanneer je hoogzwanger bent. Maar… dit is andere koek. Strippen is namelijk ook een methode om de natuurlijke bevalling op te wekken. Het wordt vaak door de verloskundige gedaan wanneer je overtijd bent, rond de 41 weken. De verloskundige zal met 1 of 2 vingers inwendig de vruchtvliezen van de baarmoederwand los maken. In de meeste gevallen wordt het als onaangenaam ervaren, maar niet pijnlijk. Het duurt maar heel even, 1 tot 2 minuten.
Toucheren
Tijdens je zwangerschap lig je misschien al regelmatig met je gespreide benen in de stoel bij de gynaecoloog. Dat is voor de meesten onder ons best al even wennen. Wanneer je gaat bevallen, of in ieder geval vanaf het moment dat je denkt dat de weeën begonnen zijn, start het medische circus pas echt! Uiteraard allemaal voor het goede doel: de geboorte van je baby. Maar toch.. De verloskundige of gynaecoloog komt dan regelmatig toucheren. Zij voelen dan inwendig met 2 vingers hoeveel ontsluiting er is en voelen tegelijkertijd de positie van het hoofdje van de baby. Heb je 10 centimeter ontsluiting, dan mag je baby komen! Maar dat kan wel uren duren. Dat betekent dat er dan dus om de paar uur iemand de kamer binnen komt lopen om “even” te toucheren. Meestal boeit je dat overigens na twee keer niet zo veel meer. Dan hoop je alleen iedere keer dat de verlossende “10 centimeter ” woorden gezegd worden.
De knip
Wanneer je baby snel geboren moet worden of omdat je dreigt in te scheuren kan de verloskundige een knip zetten. Ofwel de Episiotomie. Dat klinkt pijnlijk, maar de knip wordt gezet op het hoogtepunt van een wee. Zo voelen de meeste vrouwen er eigenlijk vrij weinig van. Het hechten na de bevalling is pijnlijker. Vraag daar dan ook altijd een verdoving voor. Het voordeel van een knip is, dat je vaak niet verder uit kunt scheuren (tot bijvoorbeeld een totaalruptuur).
Totaalruptuur
De nachtmerrie van iedereen die nog moet gaan bevallen. De totaalruptuur. Je scheurt geheel of gedeeltelijk uit van je vagina tot en met je kringspier. De meeste vrouwen herstellen hier na een tijd wel weer volledig van. Gelukkig komt dit maar bij 2 op de 100 vrouwen voor.
“Het onderkantje”
Dacht je dat je er na de bevalling vanaf was en dat je weer enigszins je privacy terug zou hebben? Helaas, dat duurt nog even. Ben je eenmaal bevallen, dan wordt de term ” het onderkantje” geïntroduceerd. Een andere benaming voor jouw pijnlijke zone down under. Te pas en te onpas komen de kraamzorg /verpleging en de verloskundige nog even jouw “onderkantje” controleren. Uiteraard weer voor het goede doel, om te zorgen dat jij zo snel mogelijk weer herstelt, de knip goed geneest of dat je bijvoorbeeld geen ontstekingen krijgt.
Rompertje
Op iedere baby uitzetlijst staat het rompertje. Wist jij al wat het was voordat je zwanger was? Voor wie het nog niet weet, een onderkledingstuk voor baby’s. Waarbij het bovenstuk en het onderbroekje aangesloten zijn. Een soort badpak dus met lange of korte mouwen. Er zitten meestal drie drukknoopjes aan de onderkant om het rompertje vast te maken. Gouden tip: wanneer je baby zichzelf (weer) onder gepoept heeft: aan de bovenkant van de romper zit vaak over elkaar gevouwen stof bij de schouders. Daardoor kun je de opening aan de bovenkant groter maken en kun je de romper naar beneden rollen. Zo voorkom je dat je baby iedere keer volledig onder de smurrie komt te zitten bij het verschonen.
